Hvítserkur

Aan de oostkust van het IJslandse schiereiland Vatnsnes, in de Golf van Hunafloi, steekt de Hvítserkur uit zee. De voortdurende beweging van het zeewater dat de rots omhulde, heeft delen van de steen weggesleten, waardoor hij zijn huidige vorm kreeg. De formatie is 15 meter hoog en breed, maar slechts twee meter dik. Is het een olifant, een dinosaurus of een trol?

Hvítserkur, een basaltrots, met vele namen. Een naam voor de rots is "drinkende dinosaurus", gebaseerd op zijn gestalte. Anderen zien in de formatie een olifant of een neushoorn die met zijn kop naar het water leunt.

Volgens een IJslandse legende was Hvítserkur echter een trol die de klokken van het klooster Þingeyraklaustur wilde uitrukken. In zijn woede en vastberadenheid merkte hij niet op hoe de zon langzaam opkwam. Dus werd hij voor eeuwig versteend door de eerste zonnestralen. Trollen komen veel voor in de IJslandse folklore. Ze zijn mensachtig, ruw en vaak erg groot. Maar bovenal, zijn ze nachtdieren. Telkens als ze in contact komen met zonlicht, veranderen ze in steen. Vanwege deze folklore worden veel van IJslands rotsformaties toegeschreven aan trollen.

Hvítserkur ligt voor de oostkust van het schiereiland Vatnsnes in de Golf van Hunafloi (Húnafjörður). De ongewone formatie is ontstaan door erosie. Het voortdurend stromende zeewater heeft drie grote gaten geboord in het gesteente, dat door vulkaanuitbarstingen is gevormd. De basaltformatie heeft een hoogte en breedte van elk 15 meter, maar is slechts ongeveer één à twee meter dik. Door het verschil in hoogte en dikte is de formatie bijzonder kwetsbaar voor de voortdurende beweging van water. In 1955 zamelden bewoners van het nabijgelegen dorp geld in om het rechtergat, tussen de twee poten van de trol, met beton te dichten. Ook de voeten van de rots werden vastgezet en met beton gestut, zodat de formatie nu steviger staat. Hvítserkur is een geliefde broedplaats voor verschillende vogelsoorten, die de rots zijn naam hebben gegeven met behulp van hun uitwerpselen. In het Duits betekent Hvítserkur "witte vacht", verwijzend naar de witte glans die ontstaat door de uitwerpselen van de vogels.

Hvítserkur is te bereiken via weg 711. Vanaf 711 leidt een wat kleinere weg naar een gratis parkeerplaats met banken en tafels. Vanaf de parkeerplaats is er een gemakkelijk voetpad naar een uitkijkplatform. Als u dichter bij de rotsen wilt komen, is er een wat steiler zandpad dat naar het strand leidt. Hier is echter voorzichtigheid geboden. Vooral in de zomer zijn er vaak veel noordse sterns, de nationale vogels van IJsland, op het pad, waarvan sommige indringend proberen het u moeilijk te maken. Het is dus de moeite waard een paraplu of iets dergelijks mee te nemen om de zwaluwen weg te jagen. Om de formatie van dichterbij te bekijken, is het ook een goed idee om te wachten op eb. Bij eb kunt u de rots van dichtbij bewonderen.

De basaltrots is ook populair bij fotografen. De weerkaatsing van maan- en zonlicht en van de Aurora Borealis op het ondiepe water geven de rotsformatie een buitengewone flair.

Wilt u de unieke magie van IJsland ervaren? Ga dan met ons mee op een 9 dagen tour door het land van vulkanen, rotsen, trollen en elfen.