Komodo Nationaal Park

Met een oppervlakte van bijna 2000 km² het Komodo National Park heeft een ongelooflijke verscheidenheid aan flora en fauna te bieden. Waarschijnlijk de bekendste bewoners van het park zijn de Komodovaranen, de grootste hagedissen ter wereld. Maar ook onder het wateroppervlak valt er veel te ontdekken. Het park maakt deel uit van de zogenaamde "Koraaldriehoek" en herbergt dus meer dan 1000 tropische vissen, meer dan 260 koraalsoorten en zeldzame zeezoogdieren zoals de doejong. Wandelen door de groene heuvels, duiken tussen koraalriffen of ontspannen op kleurrijke stranden, het nationale park heeft voor elk wat wils.

Stichtte de Nationaal Park in 1980 met het doel om de Komodovaranen te beschermen die alleen in dit gebied voorkomen. Later werd de bescherming uitgebreid tot de gehele flora en fauna van het park, zowel op het land als in het water. Het park bestaat uit de drie grotere vulkanische eilanden Komodo, Rinca en Padar, alsmede 26 andere kleine eilanden en het omringende water. Dit geeft het een totale oppervlakte van 1733 km.², waarvan 603 km² landoppervlak. In 1991 werd het Komodo Nationaal Park opgericht door de UNESCO als werelderfgoed en is ook een van de "Nieuwe 7 Wonderen der Natuur".

Het nationale park ligt op de grens tussen Oost- en West Nusa Tenggara, binnen de Kleine Soenda-eilanden en niet ver van het eiland Flores en het vissersstadje Lebuan Bajo, vanwaar de meeste tochten plaatsvinden. Het landschap is van vulkanische oorsprong en wordt gekenmerkt door afgeronde heuvels met hoogten tot 735 meter. Het overheersende klimaat is een van de droogste in Indonesië en regenval is zeer zeldzaam tijdens het droge seizoen. Van mei tot oktober is de temperatuur gemiddeld 40° en het is er extreem droog. Daarom verandert de vegetatie sterk in de loop van het jaar. In de maanden januari tot april zijn de eilanden bedekt met groene grassen en struiken, die eerst geel worden in de zomer en tenslotte bruin in de herfst. Met de komst van het regenseizoen, van december tot februari, begint deze cyclus elk jaar opnieuw.

Elk van de eilanden heeft spectaculaire bezienswaardigheden te bieden. Op Komodo en Rinca kunt u de reusachtige Komodovaranen zien. Op Padar eiland vind je heel bijzondere zandstranden; van wit als sneeuw, tot zwart als steenkool, tot roze als suikerspin. Sommige eilanden bieden onvergetelijke accommodatie, zoals het privé-eiland Sabalón, waar u kunt verblijven in kleine strandhutjes direct aan het water. De wateren rond de eilanden bevatten een rijke mariene biodiversiteit en zijn favoriet bij scubaduikers en snorkelaars.

In het nationale park wonen momenteel ongeveer 4000 mensen, verdeeld over de nederzettingen van Komodo, Rinca, Kerora en Papagaran. Deze dorpen bestonden al voordat het gebied tot nationaal park werd verklaard. De inwoners leven voornamelijk van toerisme en visserij. Er is niet veel bekend over de geschiedenis van de bewoning van het park, aangezien het gebied zeer geïsoleerd is. De oorspronkelijke bewoners van het eiland Komodo, de Ata Modu, leven nog steeds op het eiland, maar hun cultuur en taal verdwijnen meer en meer door de vermenging van de verschillende culturen.

Illegale visserij is een groot probleem in de regio, waardoor de visbestanden afnemen en de koraalriffen worden vernietigd. De Indonesische regering treedt zeer streng op tegen dergelijke schendingen en het behoud van de natuurlijke hulpbronnen heeft de hoogste prioriteit. Talrijke voorstellen voor natuurbehoud zijn reeds uitgewerkt en beproefd, deels ook tegen de achtergrond van het toenemende toerisme. Dit laatste is echter op hevig verzet van de omwonenden gestuit, omdat anders een belangrijke bron van inkomsten verloren zal gaan. De prijzen voor een bezoek zijn nu al relatief hoog en zouden nog verder kunnen stijgen gezien de strenge regelgeving. In 2020 wilden de autoriteiten het park zelfs het hele jaar sluiten om conserveringswerkzaamheden uit te voeren. Dit plan werd niet uitgevoerd, maar het park bleef toch 6 maanden gesloten vanwege de Corona-pandemie.

Ondanks zijn afgelegen ligging is Komodo National Park gemakkelijk toegankelijk. Er zijn dagelijkse vluchten van Denpasar Airport in Bali naar Lebuan Bajo op Flores. Dit is de plaats waar de meeste hotels, logies en restaurants zijn gevestigd en waar de meeste tochten beginnen. De meeste bezienswaardigheden kunnen in één dag worden bezocht, inclusief de Komodo trekking. Er worden echter ook meerdaagse tochten aangeboden, meestal met een overnachting op een traditionele boot.

De prijsstelling voor het park is vrij ingewikkeld en hangt af van de activiteiten die u wilt doen. Over het algemeen kunt u echter rekenen op ongeveer 30 euro voor een dagbezoek.

Komodo trekking is mogelijk op Komodo en Rinca eilanden en als u met een gids bent, hoeft u zich geen zorgen te maken over uw veiligheid. Gidsen zijn getraind om met de reuzenhagedissen om te gaan en aanvallen op mensen komen zeer zelden voor. Er worden kortere of langere routes aangeboden en de kans om een van de ongeveer 2500 inheemse Komodovaranen te zien is in beide gevallen vrij groot. Komodovaranen kunnen het hele jaar door worden gezien, maar over het algemeen worden de mildere maanden juli en augustus beschouwd als de beste tijd voor een bezoek. Met mooi weer komt echter grotere drukte en in deze tijd is het park erg druk. Daarom is het raadzaam een bezoek buiten het seizoen te overwegen. Het regenseizoen duurt van december tot februari.

Op onze ultieme Indonesië Avontuur bezoeken we Komodo National Park en gaan we op zoek naar 's werelds grootste hagedis! Doe je met ons mee?